Vormgeving
Boeken en magazines, een welkom offline moment
Boeken en magazines grafisch vormgeven is intensief werk. Je moet er vooral heel precies voor zijn. “Ik ben wel een perfectionist ja, ik word niet gek van een correctierondes. Je weet dat dat erbij hoort en ik vind het juist wel leuk. Want uiteindelijk klópt het. Dan is mijn werk af. Wanneer beeld en tekst bij elkaar passen, het goed leesbaar wordt en een verhaal gaat leven.”
Ze leest zoveel mogelijk van wat ze opmaakt. “Dan krijg ik er gevoel bij. Ik ontwierp onlangs een boek over de ontginning van Nunspeet en allerlei gebieden daar omheen. Ik probeer dan echt in het onderwerp te zitten voordat ik ga ontwerpen. Onder tijdsdruk is dat niet altijd mogelijk, maar als ik dan vastloop, doe ik het alsnog. Dan komt vrijwel altijd de inspiratie weer terug.”
De boeken die ze ontwerpt zijn vaak uitgaves van stichtingen en verenigingen. Oudheidkundige clubs die een bepaald onderwerp willen vereeuwigen in boekvorm, stichtingen die een historisch verhaal optekenen of sportverenigingen met een presentatiemagazine. “Maar ook een heel tof kookboek voor @Roberts. Dat was leuk om te doen vanwege de creativiteit die we er in kwijt konden en het feit dat we daar met ons hele team aan gewerkt hebben.”
Het mooiste zijn de verhalen die tot leven komen. Zoals onlangs, toen een man op leeftijd een boek wilde van de geschiedenis van de kunstgalerie van zijn overleden vrouw. “Hij kwam hier binnen en had zelf het hele boek met een ouderwetse typemachine geschreven. Stapels met stencils en oude nieuwsbrieven die zij ooit uitgaf. Hij wist precies wat er in het boek moest. Het is een combinatie van scans en mooi vormgegeven pagina’s geworden.”
Anja pakt het boek erbij. Een dikke uitgave, een fors formaat en mooie linnen band in de harde cover. “Dit is het levenswerk van de vrouw van deze man.”
“Waar ik blij van word bij het opmaken van boeken en magazines? Als je super mooi beeld aangeleverd krijgt met mooie teksten en ik vervolgens de vrijheid krijg om het op te maken. Zonder vast te zitten aan een aantal pagina’s, waardoor ik het kan afstemmen op de doelgroep en creatief te werk kan gaan. ‘Dit is het idee, maak er wat moois van’, dat zijn mooie opdrachten.”
Het start met een idee. Daarna gaan tekstschrijvers en fotografen aan de slag. “Het is heel verschillend hoe het wordt aangeleverd. Bij magazines werk je met een redactie en staat de tekst voor 98% goed.
Voordat een vormgever aan de slag kan, moet het formaat van het boek bekend zijn. Op basis van dat formaat maken we de bladspiegel. Het geheel van witmarges en tekst is de bladspiegel. Tegelijkertijd denk je na over kolombreedtes en lettertypes. Deze keuzes zijn al sterk bepalend voor de leesbaarheid.
We maken eerst een concept ontwerp, waarop de klant kan schieten. De uitdaging is om tekst en beeld zo goed mogelijk op elkaar te laten aansluiten. Veel vormgevers zijn beelddenkers en hebben een hekel aan lezen. Het zijn plaatjeskijkers. Daarom is het juist belangrijk dat vormgevers lezen wat ze opmaken.
Als je in een boekwinkel langs het rek loopt, beoordeel je een boek eerst op zijn omslag. Daarna op de achterpagina en dan pas de tekstpagina’s van het binnenwerk. Het omslag moet er dus echt uitspringen, waarbij je de rug van het boek niet moet vergeten. Grote kleur- en fotovlakken of een typografisch vormgegeven omslag doen het vaak goed. Daarmee val je gelijk op.
De laatste fase is het drukken. De keuze van het omslag en het papier voor het binnenwerk is even belangrijk als ingewikkeld. De mogelijkheden zijn eindeloos van softcover tot hardcover, met glans- of matlaminaat en natuurlijk een handig leeslint in de kleur van het kapitaalbandje. Om hier de juiste keuzes te maken heb je ervaring nodig en dit hebben we bij Bredewold. Maandelijks produceren we hier diverse magazines en boeken.
Wij ontwerpen altijd vanuit het idee dat het mooi moet zijn, maar vooral dat het voor je moet wérken.